“Door samenwerking met het ziekenhuis maken we beter gebruik van onderzoeksgegevens en werk ik efficiënter”

donderdag 3 november 2022

Martijn Nagtegaal (TU Delft - Technische Natuurwetenschappen), promovendus bij het wetenschappelijke programma Medical Delta Diagnostics 3.0: Dementia and stroke, doet onderzoek naar MR Fingerprinting. Dat is een techniek waarmee je sneller en nauwkeuriger een scan krijgt en de onderliggende waarden in de hersenen kunt meten. Uiteindelijk hoopt hij dat we met die geavanceerde scans beter leren begrijpen hoe dementie zich kan ontwikkelen.

Dit interview is het derde in een reeks interviews met door Medical Delta gefinancierde PhD-kandidaten en PostDoc onderzoekers. Martijns promotieonderzoek wordt gefinancierd vanuit het wetenschappelijke programma Medical Delta Diagnostics 3.0: Dementia and stroke.

Wat motiveert je om jouw onderzoek te doen?

Ik heb technische wiskunde en natuurkunde gestudeerd en ben altijd gefascineerd geweest door MRI-onderzoek. Bij de MRI-scanner kan je, anders dan bij de CT-scanner, aan heel veel knopjes draaien en deze op veel manieren instellen om verschillende afbeeldingen te maken. De puzzel met die instellingen, waarmee je probeert om nog meer te zien, vind ik leuk om te leggen.

Wat heeft je onderzoek tot nu toe opgeleverd?

Op dit moment maken we bij MRI-scans gebruik van kwalitatieve scans in zwart-grijs-wit. Daarmee zie je alleen de hersenen in grijswaarden. Een afwijking zie je dan doordat de ene plek een andere kleur heeft dan de ander en dan wat je verwacht, maar niet door de precieze waarde. Ik doe onderzoek naar kwantitatieve MRI, waarmee je niet de grijswaarden ziet, maar de onderliggende absolute weefseleigenschappen meet en zichtbaar maakt. Doordat we deze getallen kunnen vergelijken tussen verschillende personen en over tijd, zijn de verkregen waarden breder bruikbaar. Daarmee kunnen we een methode ontwikkelen om bijvoorbeeld dementie op te sporen.

De hersenen bestaan uit witte en grijze stof. Bij mensen met dementie zie je vaak dat de witte stof in de hersenen afneemt. Daaraan kun je al vroeg zien dat ze de ziekte hebben. Maar met de huidige scans is het lastig om te zien waar de witte stof precies ophoudt, en de grijze stof begint. Met MR Fingerprinting, de techniek die ik onderzoek, creëer je veel meer plaatjes dan met de scanner die we nu gebruiken - soms wel 500 achter elkaar. Zo kun je heel precies zien hoeveel witte of grijze stof zich ergens bevindt.

Ik ben heel blij dat we binnen Medical Delta nauw kunnen samenwerken met artsen.Wat ik nu heb bereikt met mijn onderzoek naar MR Fingerprinting, is dat we snellere MRI-scans kunnen maken die ook nog eens nauwkeuriger zijn. Dat kan meer inzicht geven in veranderingen in de hersenen bij één persoon. En je kunt de scans vergelijken met die van andere mensen, waardoor je een nauwkeuriger beeld krijgt van eventuele afwijkingen. Zo hoop ik dat we een beter ziektebeeld krijgen van dementie. Met die nieuwe inzichten hoop ik dat we dementie eerder bij mensen kunnen opsporen, en dat we een nauwkeurigere diagnose kunnen stellen.

Wat levert de samenwerking in Medical Delta op voor jouw onderzoek?

Ik ben heel blij dat we binnen Medical Delta nauw kunnen samenwerken met artsen. Mijn promotor stelde voor dat ik een clinicus nodig had als co-promotor, en dat bleek een heel goed idee, omdat die andere vragen opwerpt en ervoor zorgt dat ik de praktijk in het oog houd. Voor een van de papers die ik heb geschreven, had ik MRI-scans nodig van tien mensen. Ik wilde onderzoeksparticipanten benaderen, maar door de coronapandemie was het moeilijk om scans te maken. Dr. Dirk Poot, onderzoeker bij het Erasmus MC en een van mijn co-promotoren, hoorde van het probleem en vertelde dat hij nog scans had uit een vergelijkbaar onderzoek. Ik kon de gegevens die hij en Laura Nunez-Gonzalez (promovenda aan het Erasmus MC) eerder hadden verzameld, gebruiken. Door de samenwerking met het Erasmus MC maken we dus beter gebruik van onderzoeksgegevens, delen we de kennis en werk ik efficiënter. Ook werk ik veel samen met de MRI specialisten van het LUMC. Dit soort samenwerkingen brengen mijn onderzoek verder.

Wat wil je doen als je je promotie hebt afgerond?

Ik heb nog een aantal maanden te gaan en ik vind wat ik doe heel leuk, zowel het onderzoek als het begeleiden van studenten. Ik wil daarom graag verder in de wetenschap. Een van de dingen waar ik nog aan zou willen werken, is het uitwisselbaar maken van onderzoeksprotocollen en scans uit verschillende MRI-scanners. Op dit moment staan in Leiden en Rotterdam en andere steden in Nederland scanners die gemaakt zijn door verschillende fabrikanten. Ik wil graag een protocol ontwikkelen zodat het makkelijker wordt om de ontwikkelde MRI sequenties te delen, zonder dat iemand dat aan de hand van een publicatie opnieuw moet programmeren. Dat zou het uitwisselen van geavanceerde MRI scans veel makkelijker maken.

Bo Li, wiens interview vorige maand verscheen, vroeg zich af: wat zou je een volgende generatie onderzoekers adviseren?

Zoek de samenwerking op! Ik heb verschillende promotoren die ieder hun eigen inbreng en visie hebben en daar leerde ik heel veel van. En ik werkte samen met twee masterstudenten, allebei natuurkundigen. Zonder hun bijdrage had ik mijn onderzoek niet zo ver kunnen ontwikkelen.

Photo: Guido Benschop

Photo: Guido Benschop

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.