“Met hybride revalidatiezorg kunnen we meer cliënten begeleiden in dezelfde tijd”

donderdag 16 oktober 2025

Bewezen technologische innovaties onderdeel maken van bestaande revalidatieplannen: bij ‘blended’ ofwel hybride revalidatiezorg ondersteunt technologie de revalidant én de zorgverlener, in plaats van dat het extra werk en aandacht vergt. En dat biedt nieuwe mogelijkheden.

Technologische innovaties maken het mogelijk om zelf en in je eigen omgeving aan je herstel te werken. Bij blended revalidatiezorg gebeurt dat met professionele begeleiding en advies. Bijvoorbeeld door op afstand te monitoren en te trainen, met beeldzorg en met revalidatie-apps.

Het Medical Delta Living Lab ‘Blended rehabilitation’ zoekt manieren om technologische innovaties in bestaande zorgpaden te integreren, samen met zorgverleners, mantelzorgers en revalidanten.

We spraken met bijzonder lector dr. Marije Holstege (Inholland, Omring) en promovendus én fysiotherapeut Aurelie Oosterlynck (Tranzo, Universiteit Tilburg en bijzonder lectoraat geriatrische revalidatie Omring/Inholland), beide betrokken bij het living lab. “Mensen kunnen veel zelf doen, en willen dat ook: ze vinden het prettig om zelf regie te houden en in hun eigen omgeving te revalideren.”

Dit interview is de vierde in een reeks met praktijkpartners van de transdisciplinaire Medical Delta programma’s en living labs.

In welke behoefte voorziet het Medical Delta Living Lab ‘Blended rehabilitation’?

Marije: “Het doel is om te kijken hoe we revalidatietrajecten kunnen optimaliseren of slimmer kunnen organiseren met de inzet van technologie. Daarbij spelen zorgverleners een belangrijke rol, want het vergt een andere manier van werken. In ons living lab brengen we onderzoek, praktijkkennis en onderwijs samen met de dagelijkse werkzaamheden. Co-creatie is daarin het uitgangspunt: samen ontwikkelen, onderzoeken en behoeften ophalen van revalidanten, mantelzorgers en zorgverleners uit het multidisciplinaire team zoals fysiotherapeuten, verpleegkundigen en ergotherapeuten. Bij Omring gaat het met name om geriatrische revalidatie.

Qua technologie is er veel mogelijk. Tegelijkertijd weten we uit onderzoek dat maar zo’n 10% van de zorgprofessionals deze technologie ‘blended’ inzet. Dat is menselijk: ze hebben voor een bepaald vak gekozen en dan is de blended manier van werken echt anders. Hun rol verandert naar een meer coachende rol. Dat vraagt om andere vaardigheden, en daar probeert het living lab in te begeleiden.”

Aurelie, jij bent naast onderzoeker ook nog fysiotherapeut. Ervaar jij als fysiotherapeut deze drempels ook?

“Ja, zeker. Zoals Marije al zei: je bent op een bepaalde manier als fysio opgeleid en je hebt je eigen werkroutine, die ook nog eens per persoon verschilt. 

Toch merk ik dat veel van mijn collega’s open staan voor blended rehabilitation, ze willen het een kans geven. De vragen die bij hen leven, zijn vooral: ‘hoe pak je dat aan? Hoe werkt het precies en hoe krijg ik mijn cliënten zo ver?’. Daar zoeken we samen antwoorden op.

En hoe is dat met revalidanten?

Marije: “Het is goed om je te realiseren dat ook oudere revalidanten digivaardiger worden en vaak prima overweg kunnen met een smartphone of tablet. Mensen kunnen veel zelf doen, en willen dat ook: ze vinden het prettig om zelf regie te houden en in hun eigen omgeving te revalideren, en hebben ook behoefte aan de goede informatievoorziening die technologie kan bieden.

Goede informatievoorziening is ook voor mantelzorgers prettig. Er is ook een groep die meer ondersteuning nodig heeft, waarbij we onderzoeken hoe we dat het beste kunnen inrichten. Denk bijvoorbeeld aan een digi-oefengroep.

Mensen revalideren thuis tot 2,5 keer sneller dan wanneer ze in een revalidatiecentrum verblijven. Vooralsnog betekende dat wel dat revalidanten eenmaal thuis een beetje uit beeld raakten bij hun behandelaars. Met blended rehabilitation is die overgang beter. Monitoring op afstand is voor revalidanten een extra motivatie om thuis aan de slag te gaan. En zorgverleners kunnen niet alleen feedback en coaching geven op basis van wat de revalidanten ze vertellen, maar ook op basis van de gegenereerde data.”

Een veel gehoord probleem uit het veld is dat zorgtechnologie voor extra werk zorgt: het komt ‘on top off’ en niet ‘in plaats van’.

Aurelie: “Dat komt inderdaad voor. Bij bijvoorbeeld een fieldtest van een nieuwe technologie zeiden collega’s: ‘komt dat er ook nog eens bovenop, terwijl we al zo weinig tijd hebben?’.

Het heeft tijd nodig, voordat tijdswinst oplevert.Het idee van blended rehabilitation is dat technologie een onderdeel wordt van de bestaande revalidatiezorg. Op die manier kan het werk uit handen nemen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om iemand die twee keer in de week fysiotherapie krijgt, dat één keer op locatie en één keer op afstand te geven. Of dat iemand hier op locatie een kwartier begeleiding krijgt en daarna een kwartier zelf aan de slag gaat, met oefenapparatuur dat aan de hand van een game mensen activeert.”

Marije: “Aurelie ontwikkelt met haar promotieonderzoek een blended zorgpad. Dat doet ze met praktijk- en actieonderzoek en door te kijken wat het voor het proces betekent als je gaat werken met revalidatieapps en beeldzorg. Voor zorgverleners betekent blended werken zeker in het begin een tijdsinvestering, want je moet het je eigen maken. Het heeft tijd nodig, voordat tijdswinst oplevert.”    

Kunnen jullie iets meer vertellen over dit promotieonderzoek?

Aurelie: “De bedoeling is dat we een algemeen zorgpad ontwikkelen dat is in te zetten bij het gebruik van m-health (‘mobile health’, ofwel mobile digitale toepassingen voor de gezondheidszorg, zoals wearables – red.). We onderzoeken revalidatiezorg breed door drie type technologische innovaties in te zetten: een bewegingsapp, beeldzorg en activiteitenmonitoring. Dit zou uiteindelijk een blauwdruk moeten worden voor het maken van een blended zorgpad. Dit doen we met input van zorgorganisaties gericht op revalidatie, zorgverleners, revalidanten en mantelzorgers.

Marije: “Het worden bouwblokken waarmee je een blended zorgpad kan samenstellen. Het geeft inzicht in wat je nodig hebt als je blended wil werken.”

Aurelie: “Zorgprofessionals zijn vanaf de start van het onderzoek betrokken, onder meer door input te geven in werkgroepen. Hierin waren alle relevante disciplines betrokken, waaronder fysiotherapeuten, ergotherapeuten, informatiemanagers, de zorgmanager, een e-nurse, bewegingsagogen en niet in de laatste plaats revalidanten en mantelzorgers. We hebben hen onder meer gevraagd wat de belemmerende en bevorderende factoren zijn om te werken met m-health. Dat nemen we mee in het onderzoek.”

Marije: “Het onderzoek willen we in co-creatie met hen doen en ook de haalbaarheidstesten in de zorgpraktijk zal een iteratief proces zijn. Aurelie doet als praktiserende fysiotherapeut onderzoek vanuit haar team met collega’s, wat goed werkt. We voeren het onderzoek kort cyclisch uit, zodat de direct betrokkenen ook snel de resultaten ervan zien. Dat helpt om technologie snel te integreren en tegelijkertijd te evalueren.”

Hoe wordt de zorgpraktijk hierin betrokken? 

Aurelie: “Doordat ik nog twee dagen in de week fysiotherapeut ben, ken ik het team, de andere betrokken disciplines en de cliënten. Het maakt het voor mij makkelijk om te sparren en het verlaagt voor mijn onderzoeksgroep de drempel om mee te doen aan het onderzoek. Ik loop rond op de afdeling en dat helpt het onderzoek verder.”

Marije: “Omring loopt hierin voorop: onderzoek en de werkpraktijk vloeien in elkaar over. Ook studenten worden erbij betrokken. Tegelijkertijd doen we vanuit het living lab ook onderzoek bij andere zorgorganisaties. Daardoor kunnen we verschillende perspectieven meenemen om zo een algemeen beeld te kunnen geven.Bij Pieter van Foreest kijkt onderzoeker Loes Oostrik specifiek naar de behandelmodule, wat nauw samenhangt met procesonderzoek van Aurelie. 

Basalt, dat medisch specialiste revalidatiezorg biedt, is ook betrokken. Zij hadden al mooie ervaringen met thuisrevalidatie en blended werken, wat we nu verder toepassen bij geriatrische revalidatie.

We hebben onlangs een grote RAAK subsidie ontvangen voor het onderzoeksproject ‘BARBAPAPA’ dat hierop aansluit. In dit project kijken we naar wat zorgverleners nodig hebben om blended te kunnen werken. Denk aan scholing of ondersteuning om te komen tot een andere manier van werken, of hulp om de technologie te begrijpen en te kunnen gebruiken.”

Wat werkt belemmerend en wat bevorderend? Hebben jullie daar voorbeelden van?

Aurelie: “Het is belangrijk dat blended werken breed wordt gedragen en een zorgorganisatie daar ook een heldere visie op heeft.

Daarnaast kan de implementatie van innovaties belemmerend werken. Hoe moet ik ermee werken en hoe moet ik ermee omgaan? Dat zijn vragen die leven bij zorgprofessionals en cliënten.”

Marije: “We weten uit andere onderzoeken dat zorgverleners soms terughoudend zijn omdat ze denken dat hun cliënten er niet mee kunnen werken. Als je dit omdraait en bij iedereen ‘digital first’ introduceert, zie je snel genoeg voor wie dit echt niet geschikt is en hou je een grotere groep over die er wel mee aan de slag kan en wil.”

Als je een deel van die bezoeken vervangt met online begeleiding, dan scheelt dat een hoop tijd in de volle agenda’s van zorgverleners.Aurelie: “Wat bevorderend werkt, zijn de extra mogelijkheden die blended werken biedt. Bij ambulante revalidatie bijvoorbeeld, vinden veel mensen het lastig om hier telkens op locatie te moeten komen. Ze moeten vervoer regelen en zijn afhankelijk van mantelzorgers of taxidiensten. Voor die mensen is het fijn als ze een deel van hun revalidatie ook thuis kunnen oppakken.

Anderzijds doen wij als professionals ook vaak huisbezoeken. Als je een deel van die bezoeken vervangt met online begeleiding, dan scheelt dat een hoop tijd in de volle agenda’s van zorgverleners. Zo kunnen we meer mensen begeleiden in dezelfde tijd.” 

Maakt dit het werk ook leuker?

Aurelie: “Dat is iets wat we in de haalbaarheidsstudie willen meenemen, want dat is inderdaad een belangrijk aspect. Fysio- en ergotherapeuten kiezen voor dit vak omdat ze graag met mensen werken en met hun handen. Als dat verandert naar meer tijd achter een scherm, wat voor invloed heeft dat op het werkplezier?

Blended werken betekent dat we altijd óók fysiek blijven behandelen, dat staat voorop. Daarbij kan het je werk ook juist aantrekkelijker maken, doordat je bijvoorbeeld meer zicht krijgt op de voortgang waar je vervolgens de behandeling op kan afstemmen.

Een voordeel is dat inzichten verkregen uit monitoring, de samenwerking tussen alle disciplines kan verbeteren. Op basis van de gegevens uit monitoring kan je met het gehele behandel- en zorgteam, en uiteraard altijd samen met de revalidant, afstemmen wat een goede dagindeling is - zowel voor dagelijkse taken als voor therapiemomenten en zelfstandig oefenen.”

En hoe ervaren revalidanten deze verandering?

Marije: “We zien in andere studies dat ze het prettig vinden om deels thuis te revalideren, maar ook dat ze meer worden gestimuleerd om te oefenen door technologische toepassingen, bijvoorbeeld door een activiteitenmonitor. Ze voelen zich zelfverzekerder dat ze van afstand worden gemonitord en daarop feedback krijgen.” 

Aurelie: “Het geeft cliënten en mantelzorgers ook meer inzicht, waardoor ze beter kunnen inschatten hoe ze hun dag willen indelen. Dat het bijvoorbeeld na een zware sessie beter is om het in de middag wat rustiger aan te doen.”

Hoe is het mbo hierbij betrokken?

Marije: “Het mbo vormt een belangrijk onderdeel van het living lab. Een groot deel van de zorgverleners bij Omring is mbo opgeleid, dus het is belangrijk dit mee te nemen. Mbo-studenten kunnen als geen ander meedenken over wat zorgverleners praktisch nodig hebben. Hun input staat dicht bij de belevingswereld van hulpverleners. Zo hebben we mbo-studenten gevraagd handleidingen te maken. We werken hierin samen met het practoraat zorgtechnologie bij Vonk, mede ingesteld door Omring.

Mbo-studenten kunnen als geen ander meedenken over wat zorgverleners praktisch nodig hebben.Ook voor een succesvolle implementatie is het belangrijk om de praktijk vanaf het begin van innovatietrajecten te betrekken. Een succesvolle implementatie is immers sterk setting- en contextafhankelijk. We brengen de hele range van wo, hbo en mbo samen. Een goede infrastructuur helpt.”

Welke praktijkvragen zijn meegenomen in het onderzoek?

Marije: “De overgang terug naar huis is best wel intensief voor revalidanten. Ze moeten zichzelf stimuleren te oefenen en er komt veel op ze af. Dat is een onderwerp dat we meenemen. Ook zelfregie wordt belangrijk gevonden, zo kregen we mee. Daar kan technologie goed bij helpen. Vanuit de zorgprofessionals is er vooral behoefte aan ondersteuning bij de integratie van technologie in bestaande processen.”

Aurelie: “Bij cliënten leeft de behoefte aan duidelijkheid over wat ze kunnen verwachten in een blended revalidatietraject.”

Marije: “Revalidanten vinden het prettig om op locatie alvast te oefenen met de technologie die ze later thuis gebruiken. Ook dat was een duidelijke praktijkvraag die we meenemen.”

Marije, je bent ‘bijzonder lector’ met een dubbelaanstelling bij zorgorganisatie Omring en Inholland. Wat zijn daarvan de voordelen?

Marije: “Mijn lectoraat is echt ingebed in de zorgpraktijk. Wat mij betreft gebeurt dat nog te weinig in de ouderenzorg. Omring heeft een eigen onderzoeksafdeling. Het biedt namelijk belangrijke voordelen. Ik dien vanuit mijn dubbelaanstelling als linking pin tussen veel verschillende partijen, van wetenschappelijk onderzoek tot heel dicht op de zorgpraktijk. Hierdoor krijg je een lerende cultuur. Het vraagt wel iets van de visie en de infrastructuur van je organisatie om het op die manier te doen.”

Waaraan merk je dat dit een Medical Delta living lab is? Hoe helpt het jou?

Aurelie: “Ik kan makkelijk sparren met anderen. We delen onderling inzichten, ervaringen en methodieken. Ik heb bijvoorbeeld regelmatig contact met mede-promovenda Loes Oostrik.”

Marije: “Ook in het kernteam van het living lab bundelen we elkaars inzichten en eerdere onderzoeken. Dat is van grote meerwaarde. We hebben tijdens een van de consortiummeetings aan elkaar gepresenteerd wat we tot nu toe weten van blended rehabilitation en wat onze ervaringen zijn. Je merkt dan dat er best veel kennis is verzameld. Het risico is dat we overal in Nederland hetzelfde doen zonder het van elkaar te weten. Door die kennis te bundelen, versterken we elkaar juist. We staan open voor inzichten van anderen, ook van andere velden waar blended wordt gewerkt.” 

Foto's: Guido Benschop

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.