Portret en video Amir Zadpoor: “Wij willen technologisch blijven innoveren, maar wel op een relevante manier”

dinsdag 30 januari 2024

Binnen de medische wetenschap is er veel belangstelling voor het herstellen van weefsel en organen met biomaterialen, bijvoorbeeld in de orthopedie en bij lever- en niertransplantatie. Prof. dr. Amir Zadpoor ontwikkelt aan de TU Delft biomaterialen en werkt aan 3D-, 4D- en bioprinten. “Samenwerking en regelmatig contact met clinici is een soort sanity check voor alle ideeën die wij hebben.”

Amir Zadpoor is hoogleraar Biomaterialen & Weefsel Biomechanica aan de TU Delft. Daarnaast is hij hoogleraar Orthopedie aan het LUMC en een van de Scientific Leaders van het wetenschappelijke programma Medical Delta Regenerative Medicine 4D. Sinds kort is hij ook benoemd tot Medical Delta hoogleraar.

 

Je bent nu Medical Delta hoogleraar. Wat betekent dat voor jou?

“Het is een erkenning voor wat wij al doen in samenwerking met het LUMC en Erasmus MC. Ik werk heel veel met deze twee samen, zowel op het gebied van onderzoek als onderwijs. De benoeming motiveert ook om het verder uit te breiden. We zijn nu nog meer gecommitteerd aan de Medical Delta programma’s.

Met het programma ‘Regenerative Medicine 4D’ speelt Medical Delta in onze regio een hele belangrijke rol als het gaat om regeneratieve geneeskunde (het gebruik van het zelfherstellend vermogen van het lichaam voor nieuwe therapieën, red.). Hopelijk kunnen we dit aanvullen met blijvende ondersteuning van zowel kennisinstellingen als andere organisaties in de regio.

Ik weet niet of er door deze benoeming in mijn dagelijkse praktijk veel gaat veranderen. Je probeert mensen te vinden om samen iets te doen en dat is mij altijd goed gelukt. Ik heb ook al een aantal jaar een tweede aanstelling als hoogleraar orthopedie aan het LUMC. Een extra benoeming is voor mij dan ook niet nieuw, maar erkenning en motivatie geeft het zeker wel.”

Kun je kort vertellen wat jouw expertise is?

“In onze groep proberen wij problemen aan te pakken die te maken hebben met weefsel- en orgaanschade. Dit doen we met implantaten van synthetische biomaterialen of door het regenereren van de beschadigde weefsels en organen. Bij implantaten gebruiken we 3D- en 4D-printen. Bioprinten gebruiken we het bij het regenereren van levend weefsel of een orgaan. Ter vervanging dus van beschadigde organen en weefsels. Zo ver zijn we nog niet, maar dat is de ambitie.

Misschien kunnen we in de toekomst met gezonde cellen een donororgaan van minder goede kwaliteit verbeteren waardoor het wél getransplanteerd kan wordenOok voor orgaantransplantaties onderzoeken we hoe we cellen kunnen regenereren. Stel, je hebt een donororgaan dat van minder goede kwaliteit is. Momenteel kan je daar weinig mee. Maar misschien kunnen we in de toekomst met gezonde cellen dit orgaan verbeteren waardoor het wél getransplanteerd kan worden.”

Je werkt veel samen met andere Medical Delta hoogleraren. Hoe komt dat?

“Wij werken aan een aantal sleuteltechnologieën die voor veel vakgebieden van toepassing zijn. Wij focussen op 3D-, 4D en bioprinting en maken analytische methoden om gedrag van organen te analyseren. Bij ons staat technologie centraal, andere wetenschappers kunnen onze bevindingen in hun werkveld toepassen.“

Hoe is het om samen te werken met iemand uit een medische discipline?

“Dat is erg mooi. Zij zien iets waar je zelf niet aan denkt. Heel vaak merken we dat de technologische oplossing die wij in eerste instantie bedacht hadden, in de praktijk niet werkt. Als je daar geen oog voor hebt, maak je technologieën die helemaal niet gebruikt kunnen worden. De praktische problemen en uitdagingen krijgen wij van de klinische kant te horen.

Andersom kan ook. Soms hebben wij een bepaalde technologie ontwikkeld, maar weten we niet dat het gebruikt kan worden voor een bepaald klinisch probleem. Dan kom je in contact met iemand met een klinisch probleem en dan hebben wij al een techniek bedacht die daarvoor van toepassing is. Maar als je dat niet hoort of niet opzoekt, dan blijft waar je aan hebt gewerkt iets theoretisch.

Medici zijn voor ons de messengers van de patiëntenEen voorbeeld zijn geprinte deployable stents. Deze stents zijn in het begin heel klein, zodat ze minimaal invasief naar de juiste plek in het lichaam gebracht kunnen worden. Als ze op de juiste plek zijn, dan kun je deze opblazen of op een andere manier groter maken. We ontwikkelden deze stents voor cardiovasculaire toepassingen. Later kwamen we erachter dat zo’n stent ook heel goed in darmen gebruikt kan worden. Ik had dat daar zelf nooit aan gedacht.

Clinici en chirurgen zijn voor ons belangrijk om onze technologie en mogelijke oplossingen vanuit de ogen van patiënten te kunnen zien. Medici zijn voor ons de messengers van de patiënten.”

Wat motiveert je om samen te werken met medici?

“Ik wil graag iets doen dat nuttig en zinvol is. Als je altijd in je eentje werkt, is het dat meestal niet. Samenwerking en regelmatig contact met clinici is een soort sanity check voor alle ideeën die wij hebben. Vooral voor het veld waarin ik actief ben. Ik werk aan nieuwe technologie en het gevaar daarbij is dat je technology for the sake of technology ontwikkelt. Als je een goede verbinding hebt met je toekomstige cliënten of gebruikers, dan kun je dat voorkomen. Wij willen technologisch blijven innoveren, maar wel op een relevante manier.”

Wat merkt een patiënt of Nederlander straks van jouw werk en deze samenwerking?

“We zijn al een tijdje bezig met een clinical biofabrication center. We willen daar klinisch toepasbare implantaten ontwerpen en fabriceren die patiëntspecifiek zijn. Het is nog niet gelukt om dat van de grond te krijgen, maar de ambitie en mogelijkheid is er wel.

Patiëntspecifieke implantaten zijn soms tien keer duurder dan een generiek implantaat. Dat komt vooral door de arbeidskosten. In het nieuwe center willen wij het proces zodanig automatiseren en efficiënt maken, dat dit veel goedkoper kan. Patiëntspecifieke implantaten worden nu alleen gebruikt in hele lastige cases, met onze nieuwe aanpak kunnen veel meer patiënten hiervan profiteren.

Regeneratieve geneeskunde staat nog iets verder van de dagelijkse praktijk. Vooral als het gaat over weefsels printen om te gebruiken voor transplantatie, dat is nog iets voor in de toekomst. Maar je kunt de weefsels nu wel al gebruiken om de werking van medicijnen te beoordelen. Je hebt dan bijvoorbeeld minder dierproeven nodig.”

Hoe betrek je praktijkpartners bij jouw onderzoek?

“In veel projecten hebben we clinici in het gebruikerscomité die feedback geven. Ook heb ik bijna elke week wel contact met een clinicus of iemand die in een medisch centrum werkt. Samen proberen we technologie te ontwikkelen die zinvol is.

In onze onderzoeksgroep hebben we ook een aantal hele basale projecten waarbij we wel een toepassing op het oog hebben, maar niet iets dat binnen een paar jaar in de praktijk kan worden gebruikt. Onze ambitie en intuïtie is dat het nuttig kan zijn en dat is weer geïnspireerd op samenwerking en discussie met clinici waar wij regelmatig contact mee hebben.”

Hoe is het om met iemand uit een hele andere discipline te beginnen met samenwerken?

“Ik kan me voorstellen dat er wel uitdagingen zijn als je net begint met dit soort samenwerkingen. Technici en medici spreken verschillende talen. Wat clinici zeggen, verstaan wij niet altijd en andersom. Ik ben hier al bijna vijftien jaar mee bezig. Voor mij is het geen uitdaging meer. Ik kan de taal van medici nog niet spreken, maar begrijp wel wat ze bedoelen.

Wanneer je nu nieuw begint in biomedisch technologie, dan is je positie heel anders dan vijftien jaar geledenIk merk ook dat dit soort samenwerkingen steeds normaler worden. Af en toe horen we ook hele technische termen van clinici en soms hebben wij ook wat jargon geleerd van hen. Wanneer je nu nieuw begint in biomedische technologie, dan is je positie heel anders dan vijftien jaar geleden.”

Wat mis je nog in de samenwerking binnen Medical Delta? Welke oproep wil je doen? 

“Het zou goed zijn als Medical Delta zich meer focust op de jonge generatie. Dat gebeurt wel, met Young Medical Delta bijvoorbeeld, maar kan nog beter. Ook zij moeten de mogelijkheid krijgen om mee te besluiten over de richting van activiteiten en funding. We werken aan de toekomst van de zorg, en daarbij hebben we de jonge generatie heel hard nodig.”

Door het werk van welke andere wetenschapper ben je verrast en waarom?

“Er zijn zoveel mensen die ik zou kunnen noemen. Bijna iedere week ontmoet ik iemand die me verrast of een nieuw inzicht geeft. Als technici weten we heel vaak niet hoe het loopt in de kliniek en wat de procedures zijn die gebruikt worden. Heel veel aspecten van chirurgie bijvoorbeeld, kunnen niet geleerd worden vanuit de literatuur. Ik werk veel samen met Medical Delta hoogleraar Rob Nelissen van het LUMC. Hij is chirurg en geeft mij inzicht in de praktijk van de operatiekamer. Gerald Kraan van het Reinier de Graaf ziekenhuis is een ander goed voorbeeld. Het lijstje is zo lang, maar dat bewijst ook precies het nut van clinici en technici die samenwerken.”

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.