Portret en video Maaike Kleinsmann: “Je kunt heel lang praten over samenwerking, maar je moet vooral doen”

donderdag 19 januari 2023

Via Remote Patient Management platforms wisselen patiënten en zorgverleners op afstand informatie met elkaar uit. Dit soort slimme, nieuwe methoden zijn hard nodig om de zorg toekomstbestendig te maken. Prof. dr. ir. Maaike Kleinsmann werkt aan de opschaling en landelijke implementatie van deze systemen. “Wanneer ik het gevoel heb dat iets beter kan, dan wil ik dat ook voor elkaar krijgen.”

Kleinsmann is hoogleraar aan de TU Delft en sinds haar inauguratie tot Medical Delta hoogleraar ook professor aan het LUMC. “Dat ik nu formeel toegang heb tot het LUMC is voor mij van grote waarde. Ik zal er vaker zijn waardoor ik meer meekrijg en meer raakvlakken zal zien. Dat maakt samenwerken makkelijker.” Als ander voordeel noemt ze de toegang tot data. “Bij het LUMC lopen al meerdere pilotprojecten op het gebied van remote patient management systemen. Hiermee wordt veel nuttige onderzoeksdata verzameld en ik heb daar als ontwerper nu ook direct toegang tot. Dat maakt het voor mij gemakkelijker om iets nieuws te ontwerpen: ik hoef niet meer helemaal op nul te beginnen.”

 

Kun je kort vertellen wat jouw expertise is?

“Ik ben industrieel ontwerper en afgestudeerd op remote monitoring systems. Toen ik daar als student aan werkte, merkte ik al dat ik hiervoor kennis van veel verschillende disciplines nodig had. Daarna ben ik op understanding collaborative design gepromoveerd - hoe ontwerpers met andere disciplines samenwerken en hoe je dat met ontwerpdenken kunt bevorderen. Vervolgens ben ik langzaam richting gezondheid gegaan en van design steeds meer richting systeemdenken. Nu kijk ik vanuit een systeemperspectief naar de gezondheidszorg.

In de digitale transformatie die daar gaande is, probeer ik de technologische kant en de sociale kant aan elkaar te knopen. Daarbij start het denken altijd vanuit het sociale, met de vraag: hoe kan ik de zorgontvanger en zorgverlener het beste ondersteunen en welke rol speelt technologie daarbij? Mijn kracht als opgeleid productontwerper is dat ik zowel een product als een systeem kan ontwerpen. Dat helpt bij het ontrafelen van complexe problemen en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zoals de toekomst van de gezondheidszorg.”

Wat motiveert je om hieraan te werken?

“Na mijn afstuderen als Industrieel Ontwerper wilde ik geen consumentenelektronica ontwerpen, maar iets goeds doen voor de wereld. Er waren toen alleen nog niet echt banen in health care design. Ik was student assistent bij hoogleraar Jan Buijs en via hem kwam ik in een promotietraject over multidisciplinaire samenwerking. Daar ontdekte ik wat mij drijft: vanuit hele verschillende disciplines samen proberen om het systeem om te krijgen. Wanneer ik het gevoel heb dat iets beter kan, dan wil ik dat ook voor elkaar krijgen. Het is een soort activisme, maar dan vanuit onderzoek en bewezen effectieve oplossingen.”

Wat is de toegevoegde waarde van Medical Delta voor jouw werk?

“Ik vind Medical Delta een hele mooie koepel. Het verbindt de regio en betrekt naast universiteiten ook hogescholen. Daarbij zit er goede communicatie achter en geeft het de betrokken mensen een inhoudelijk podium. Zoals met de korte video’s waarin je in 1,5 minuut moet uitleggen wat je doet. De gedachte achter Medical Delta is om de zorg te veranderen door de zorg te ondersteunen met technologische oplossingen, daar kan ik me helemaal in vinden.”

Hoe is het om met iemand uit een hele andere discipline te beginnen met samenwerken?

“Ik herinner me de allereerste ontmoeting met cardioloog Douwe Atsma van het LUMC. Ik werkte samen met mensen van Philips en de Hartstichting. Daarmee kwam ik bij het LUMC binnen. Het eerste wat Douwe Atsma na onze presentatie zei was: ‘jullie geven woorden aan wat ik al jaren probeer te doen’. Dat vond ik mooi om te horen, omdat dit raakvlakken gaf om samen onderzoek te gaan doen.

Ik hoop heel erg dat over vijf jaar de opschaling is geslaagd. En dat de zorg die in de thuisomgeving kán plaatsvinden, dan ook daar gebeurt.In de praktijk van interdisciplinair samenwerken heb je te maken met hele verschillende tradities en methodologie. Dat moet je leren. Wat scheelt, is dat ik veel samenwerk met hoogleraren die al met e-health werken. Die staan open voor samenwerking met design en techniek en onze methoden.”

Wat is jouw geheim voor een succesvolle samenwerking?

“Je kunt heel lang praten over samenwerking, maar je moet vooral doen. Het begeleiden van studenten is daar een mooi medium voor. Bijvoorbeeld studenten klinische technologie, een gezamenlijke opleiding van het LUMC, TU Delft en Erasmus MC. Of design studenten van de TU Delft die in Leiden afstuderen op een medisch project. Door samen over een opdracht na te denken begint het samenwerken al. En een succesvolle afstudeeropdracht kan heel goed het begin zijn van een groter gezamenlijk onderzoeksproject.”

Wat merkt een patiënt of zorgprofessional straks van jouw werk en deze samenwerking?

“Remote Patient Monitoring is er deels al en er zijn al veel pilots op het gebied van Remote Patient Care. Maar de opschaling lukt nog niet. Daar werk ik aan met onder andere Douwe Atsma en Niels Chavannes. Daarbij komt mijn expertise goed van pas. Vanuit mijn achtergrond in productontwikkeling weet ik wat er komt kijken bij opschaling en hoe je ook services kunt opschalen met voeling voor de specifieke contexten waarin de service wordt geïmplementeerd.

Ik hoop heel erg dat over vijf jaar, of ietsje later, de opschaling is geslaagd. En dat de zorg die in de thuisomgeving kán plaatsvinden, dan ook daar gebeurt. Niet alles kan thuis. Daarom maken we integrale zorgpaden van thuis, naar het ziekenhuis, naar thuis. We brengen daarbij de hele keten in kaart. De patiënt heeft de regie en krijgt de best mogelijk zorg. Voorwaarde daarbij is dat de zorgverlener niet nog een extra taak krijgt, maar juist wordt ondersteund bij het verlagen van de werkdruk.”

Je zult nu waarschijnlijk meer wetenschappers ontmoeten vanuit andere disciplines en instituten. Door wie ben je echt verrast en waarom?

“Door Douwe Atsma en Niels Chavannes die ik al eerder noemde, maar ook door kindercardioloog Arend van Deutekom van het Erasmus MC. Met hem werk ik aan een remote patiënt systeem voor kinderen met een aangeboren hartafwijking. Ik vind het bijzonder dat hij vanaf het begin direct in ons geloofde. Wij hadden toen onze methodes nog niet op orde, maar Arend is het desondanks wel gaan proberen. Hij durfde het met ons aan, als een echte pionier. De afgelopen twee jaar ging niet alles goed, maar nu in ons derde jaar lijkt alles te lukken. Dit is ons jaar!”

Dit artikel maakt deel uit van een serie waarin we de acht nieuwe Medical Delta hoogleraren uitlichten. Klik hier voor de andere portretten die tot nu toe zijn gepubliceerd.

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.